
12-11-2019 Utrecht centraal
Met een grijns van oor tot oor betreedt ze het podium van een tot de nok gevuld Paradiso. Haar blik glijdt over de menigte voor haar naar de volgepakte balkons aan weerszijden. Stroboscopisch licht flitst en zware beats van Europe is Lost vullen de zaal. Het gaat niet goed met de wereld. Het gaat niet goed met Engeland.Kate Tempest is ‘one of a kind’. De uit Londen afkomstige hiphop-muzikant, dichter en schrijver brengt scherpe teksten op zware baslijnen en mineur-akkoorden. Ze gaan over de grote stad, Londen, en haar inwoners. Het dagelijkse bestaan is voor hen een strijd. Ze hebben slecht betaalde baantjes, betalen hoge huren, gaan gebukt onder carrièredruk of zijn vastgelopen in hun relatie. ‘Is dit het nou?’ Van grote thema’s als overconsumptie, ongelijkheid en klimaatverandering maakt Tempest kleine verhalen over gewone mensen, foto’s met woorden met veel details.Tegelijk zijn het gedichten met een vaak prachtig ritme in de woorden. Op ‘Let them eat chaos’ (2016) is het nacht, 4.18 uur in de ochtend om precies te zijn. Maar zeven inwoners van Londen zijn wakker. Een van het is Pee, een hardwerkende podiumbouwer. Hij ligt wakker, piekerend over de pegels. Nauwelijks komt ie rond. Bradly aan de andere kant heeft helemaal geen geldproblemen. Het gaat het hem voor de wind, zo lijkt. Bradly works in PR, top whack flat, all mod cons, wall size windows. He’s a Manchester boy, done good in the big smoke is ook nog wakker. ‘Is this really what it means to be alive?’ En Gemma, net clean, woont in een sjofel appartementje met aan de muren een goud vergeeld behangetje en op de grond versleten tapijt. Dat wat niet goed voor haar is trekt nog wel aan haar. But the only ones for me / Are the ones that should’t be. A capella ketst Tempest de woorden er uit. De menigte staat als aan de grond genageld. Het redelijk dansbare maar ook sombere Circles vormt de schakel tussen oud en nieuw werk. En niet voor niets. Dit liedje gaat niet over anderen maar over de Londense zelf, net als haar laatste album The books of traps and lessons dat deze zomer verscheen. Ze speelt het integraal. Dit album is minder hiphop, meer spoken word. En o zo spannend!Want ze gunt ons een kijkje in haar eigen ziel, herkenbaar confronterend en kwetsbaar. Maar nooit sentimenteel. Scherp observeert Tempest. We rennen door - Keep Moving Don’t Move - om maar niet te hoeven voelen, niet te hoeven denken. En thuis, waar we rust zoeken, brandt de uv-straling door in onze hersenpan als we in slaap vallen. We zien elkaar niet meer, verslaafd als we zijn aan onze schermen. Stroke the phone screen with your thumb / Like a mother trying to wipe clean the face of her only child. Dit beeld staat als gebrand op mijn harde schijf.Onze partners kennen ons niet, we zijn vreemden voor onze familie en worden nerveus van onze vrienden, gaat ze verder in Three Sided Coin. Now the distance between objects / Can be measured out in fractions / But the distance between people / Is a scale that we can’t balance. Onwillekeurig denk ik aan de uitspraak Afstand scheidt enkel lichamen niet geesten (Erasmus) die ik elke dag tegen kom op Rotterdam CS.Je kunt een spelt horen vallen.Maar dan gloort er hoop. Publiekslieveling Hold Your Own, wat zoiets betekent als Hou vol is een aansporing in jezelf te blijven geloven. When time pulls lives apart Hold your own When everything is fluid and when nothing can be known with any certainty Hold your own Hold it till you feel it there As dark and dense and wet as earth As vast and bright and sweet as air. When all there is is knowing that you feel what you are feeling. Hold your own. De begeleiding is ingetogen; sobere toetstepn.Ze ziet lichtpuntjes in het schijnbaar kleine, het ongewone in gewone dingen. Kissing at a busstop in the rain / Or the wind though my fingers when I raise my palms in the dark / It sings to the parts that are still wild, still untamed, zingt ze in Lessons (hier in een opname voor BBC televisie).Tempest is het soort artiest dat we nu nodig hebben. Met haar verhalen, scherp en teder, intelligent en troostvol, geeft ze woorden aan de gekte om ons heen en de leegheid in onszelf. Het zijn herkenbare verhalen over jou en mij, verhalen waarin mensen zich herkennen en waarmee ze mensen samenbindt.Even when I’m weak and I’m breaking / I stand weeping at the train station / ‘Cause I can seer your faces / I love peoples faces. Het zijn deze laatste zinnen van afsluiter Peoples Faces. Even is helemaal stil in Paradiso. Tempest houdt van mensen.En om me heen zie ik betraande gezichten.

12-11-2019 Utrecht centraal
Met een grijns van oor tot oor betreedt ze het podium van een tot de nok gevuld Paradiso. Haar blik glijdt over de menigte voor haar naar de volgepakte balkons aan weerszijden. Stroboscopisch licht flitst en zware beats van Europe is Lost vullen de zaal. Het gaat niet goed met de wereld. Het gaat niet goed met Engeland.Kate Tempest is ‘one of a kind’. De uit Londen afkomstige hiphop-muzikant, dichter en schrijver brengt scherpe teksten op zware baslijnen en mineur-akkoorden. Ze gaan over de grote stad, Londen, en haar inwoners. Het dagelijkse bestaan is voor hen een strijd. Ze hebben slecht betaalde baantjes, betalen hoge huren, gaan gebukt onder carrièredruk of zijn vastgelopen in hun relatie. ‘Is dit het nou?’ Van grote thema’s als overconsumptie, ongelijkheid en klimaatverandering maakt Tempest kleine verhalen over gewone mensen, foto’s met woorden met veel details.Tegelijk zijn het gedichten met een vaak prachtig ritme in de woorden. Op ‘Let them eat chaos’ (2016) is het nacht, 4.18 uur in de ochtend om precies te zijn. Maar zeven inwoners van Londen zijn wakker. Een van het is Pee, een hardwerkende podiumbouwer. Hij ligt wakker, piekerend over de pegels. Nauwelijks komt ie rond. Bradly aan de andere kant heeft helemaal geen geldproblemen. Het gaat het hem voor de wind, zo lijkt. Bradly works in PR, top whack flat, all mod cons, wall size windows. He’s a Manchester boy, done good in the big smoke is ook nog wakker. ‘Is this really what it means to be alive?’ En Gemma, net clean, woont in een sjofel appartementje met aan de muren een goud vergeeld behangetje en op de grond versleten tapijt. Dat wat niet goed voor haar is trekt nog wel aan haar. But the only ones for me / Are the ones that should’t be. A capella ketst Tempest de woorden er uit. De menigte staat als aan de grond genageld. Het redelijk dansbare maar ook sombere Circles vormt de schakel tussen oud en nieuw werk. En niet voor niets. Dit liedje gaat niet over anderen maar over de Londense zelf, net als haar laatste album The books of traps and lessons dat deze zomer verscheen. Ze speelt het integraal. Dit album is minder hiphop, meer spoken word. En o zo spannend!Want ze gunt ons een kijkje in haar eigen ziel, herkenbaar confronterend en kwetsbaar. Maar nooit sentimenteel. Scherp observeert Tempest. We rennen door - Keep Moving Don’t Move - om maar niet te hoeven voelen, niet te hoeven denken. En thuis, waar we rust zoeken, brandt de uv-straling door in onze hersenpan als we in slaap vallen. We zien elkaar niet meer, verslaafd als we zijn aan onze schermen. Stroke the phone screen with your thumb / Like a mother trying to wipe clean the face of her only child. Dit beeld staat als gebrand op mijn harde schijf.Onze partners kennen ons niet, we zijn vreemden voor onze familie en worden nerveus van onze vrienden, gaat ze verder in Three Sided Coin. Now the distance between objects / Can be measured out in fractions / But the distance between people / Is a scale that we can’t balance. Onwillekeurig denk ik aan de uitspraak Afstand scheidt enkel lichamen niet geesten (Erasmus) die ik elke dag tegen kom op Rotterdam CS.Je kunt een spelt horen vallen.Maar dan gloort er hoop. Publiekslieveling Hold Your Own, wat zoiets betekent als Hou vol is een aansporing in jezelf te blijven geloven. When time pulls lives apart Hold your own When everything is fluid and when nothing can be known with any certainty Hold your own Hold it till you feel it there As dark and dense and wet as earth As vast and bright and sweet as air. When all there is is knowing that you feel what you are feeling. Hold your own. De begeleiding is ingetogen; sobere toetstepn.Ze ziet lichtpuntjes in het schijnbaar kleine, het ongewone in gewone dingen. Kissing at a busstop in the rain / Or the wind though my fingers when I raise my palms in the dark / It sings to the parts that are still wild, still untamed, zingt ze in Lessons (hier in een opname voor BBC televisie).Tempest is het soort artiest dat we nu nodig hebben. Met haar verhalen, scherp en teder, intelligent en troostvol, geeft ze woorden aan de gekte om ons heen en de leegheid in onszelf. Het zijn herkenbare verhalen over jou en mij, verhalen waarin mensen zich herkennen en waarmee ze mensen samenbindt.Even when I’m weak and I’m breaking / I stand weeping at the train station / ‘Cause I can seer your faces / I love peoples faces. Het zijn deze laatste zinnen van afsluiter Peoples Faces. Even is helemaal stil in Paradiso. Tempest houdt van mensen.En om me heen zie ik betraande gezichten.
- vers uit de hoes -

bury the moon van Ásgeir is onbeschaamd nostalgisch maar dat mag
De IJslandse zanger Ásgeir, de artiestennaam van Trausti Einarsson, reist op dit moment de wereld over om zijn nieuwste plaat, Bury the Moon, te spelen. Om dit album te maken ging hij terug naar zijn wortels: de natuur van IJsland en de jaren van zijn jeugd toen zijn verbeelding hem nog overal bracht.
Mocht je hem nog niet kennen, de IJslandse zanger met de prachtige falsetstem maakt melodieuze elektronische folk op teksten die zijn geschreven door zijn vader. In eigen land is hij een beroemdheid. Was zijn voorlaatste plaat, Afterglow, meer experimenteel en ietwat complex, met het op 7 februari vrijgegeven album Bury the Moon komt de zanger dicht bij de essentie van de eenvoud.
​
De plaat bevat elf pure liedjes met mooie, herkenbare melodieën, zijn handelsmerk. Hij begeleidt zichzelf op gitaar, vaak aangevuld met elektronische accenten en lichte percussie en met soms een lekker vettige bas als fundament. De muziek is ruimtelijk als de IJslandse sterrenhemel en ademt de rust van de IJslandse berghellingen.
​
Bury the Moon is een ode aan de IJslandse natuur die troost en verlichting biedt als het leven wreed is. De sterrenhemels in de nacht, de dauw op de velden bij dageraad en de eerste lentezon die de heuvels met een jas van stralen omkleedt. Hier is het thuiskomen voor Ásgeir.
​
En dit IJsland is ook het decor van zijn jeugd. Weet je nog dat we huizen van sneeuw maakten, zingt hij in Youth. En dat iedereen uit de stad ging schaatsen op het meer? ....En als het zomer was speelden we Annie Over, niet gehinderd door zorgen. Met de vraag waarmee hij het lied begon sluit hij het het ook af: Herinner je je de dingen waar we blij van werden? Toen onze verbeelding ons overal kon brengen.
​
Aan dezelfde natuur ontleent Ásgeir metaforen over het leven; Living Water over een warmwaterbron in het ijzig IJslandse landschap waaromheen mossen en andere plantjes groeien en Eventide over een lelie die 's ochtends nog de zon groet maar er 's avonds niet meer is. Dan is er enkel nog een klein gat in een bed van keien.
Toen ik deze live-versie van Living Water bij Soudoreille hoorde moest ik trouwens onvermijdelijk denken aan een bekend iemand die zichzelf in deze metafoor beschreef. Het kan toeval zijn.
Al met al vind ik dat Ásgeir weer een prachtig album heeft gemaakt dat ik nog vaak zal beluisteren, met name als ik rust en ruimte zoek. Het album is een als warme jas. En ja, het is ook onbeschaamd nostalgisch. Maar hé, als deze nostalgie zo fraai is vormgegeven, dan mag het van mij.
​
18 februari speelt Ásgeir in de Theater Rotterdam en 20 februari in Paradiso Amsterdam.
​
Bury the Moon - Ásgeir (07-02-2020)
​
foto: Alyssa Nilsen - www.alyssanilsen.com
_JPG.jpg)
big thief - two hands
Voordat Adrianne Lenker en haar band tijdens het Best Kept Secret festival aan hun show begonnen deden ze een groepshug. Het was een bijzonder moment dat op een of andere manier verwachtingen wekte. En die verwachtingen maakte de band waar! Sindsdien volg ik de muzikanten.
Vorige week bracht de groep z’n vierde plaat in twee jaar tijd uit: Two Hands.
Het uit Brooklyn NYC afkomstige viertal maakt typisch Amerikaanse muziek passend in het hokje ‘folkrock-grunge’. Nu is folkrock niet het genre waar ik perse voor val. Maar Big Thief is anders. Lenkers liedjes zijn stuk voor stuk pareltjes met een eigen structuur en karakter, soms subtiel en melodieus, dan weer rauw en grungy. Gitaarrock van de beste soort.
En Lenkers nummers gaan werkelijk ergens over. Dat is iets om te analyseren, maar wat mij betreft voel je dit vooral in de intensiteit waarmee ze worden gebracht. Ik ervaar dat niet alleen als ik de band zie spelen maar hoor het ook terug op hun platen. Dwars door Lenkers zuivere zang klinkt nu eens een woedend grommen en dan weer een diep zuchten. Maar gemaakt of 'over the top' is het niet.
En soms is ze haar beheersing kwijt. Dan breekt het vernis van haar stembanden en laten zij gitarist Buck Meek hun gitaren kermen om over te gaan in vervorming dan wel abrupt te stoppen. Lekker rauw.
De nieuwe plaat vormt, samen met het eerder dit jaar verschenen album U.F.O.F., een soort tweeling zoals Lenker in interviews heeft gezegd. Voor beiden is geput uit hetzelfde arsenaal aan liedjes dat in een en dezelfde periode is geschreven. Maar ze zijn ook verschillend, met name tekstueel en in de afwerking. Lenker betitelt U.F.O.F. als ‘hemels’ en Two Hands als ‘aards en vleselijk’. U.F.O.F. is meer gelaagd, harmonischer en zorgvuldiger afgewerkt (extra galm) dan Two Hands. Veel van de liedjes op Two Hands aan de andere kant zijn in één take opgenomen waardoor het is alsof je zelf bij de opname aanwezig bent. En ook qua onderwerpen is de plaat rechttoe rechtaan met liedjes over wapengeweld en de dood. Hier geen plaats voor omtrekkende bewegingen.
Mijn hoogtepunt op de plaat is het liedje Not (hier live from the Bunker Studios). Een voortjakkerend protestlied en mooi gedicht idat eindigt in een twee minuten durende eruptie van virtuoos gitaargeweld. Oordeel zelf.
Houd je hiervan? Check dan ook eens Masterpiece van het gelijknamige eerste album of Contact, de opener van de voorlaatste plaat U.F.O.F., een liedje dat prachtig rustig begint maar halverwege explodeert. Voor nummers als Paul en Mary tapt Big Thief uit een ander vaatje. Deze liedjes zijn ingetogen maar minstens zo intens mede door het prachtige ritme van de tekst.
Ben je net zo enthousiast geworden als ik? Dan moet je de band dan zeker eens bezoeken. 6 maart spelen ze in Paradiso (Amsterdam). Kijken of ze dan weer een groepshug doen.
​
foto: Martin Schumann